Het doel van het “Rolling” project van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen is om onze studenten vanaf dag één van de opleiding kennis te laten maken met de mogelijke professionele rollen waar ze later in terecht kunnen komen. Zodoende kunnen we de competenties en de vaardigheden die industriële ingenieurs tijdens hun opleiding verwerven laten aansluiten op de rol die ze wensen te gaan vervullen in hun latere professionele leven.

In de opleiding tot industrieel ingenieur kunnen studenten kiezen voor een bepaalde afstudeerrichting of specialisatie (bijvoorbeeld bouwkunde, chemie, elektromechanica ...). Binnen elk van deze specialisaties heeft het werkveld nood aan ingenieurs die verschillende professionele rollen vervullen (onderhoud, R&D, technisch vertegenwoordiger...). Studenten zijn echter niet altijd vertrouwd met deze rollen en met wat deze inhouden. Met Rolling streven we ernaar om studenten hierrond te sensibiliseren, zodat ze beter voorbereid de arbeidsmarkt kunnen betreden.

Op basis van onder andere een analyse van vacaturedatabanken en bevragingen bij bedrijven hebben we de volgende drie rollen geïdentificeerd:

1. Product leadership

Een ingenieur die nieuwe producten/technologieën ontwikkelt. Functies met deze rol hebben vooral betrekking op het ontwikkelen en innoveren van leading-edge technologieën.

2. Operational excellence

Een ingenieur die zo efficiënt mogelijk processen organiseert en optimaliseert.

3. Customer intimacy

Een ingenieur die klantgerichte oplossingen aanreikt. Ingenieurs binnen deze rol verstrekken oplossingen aangepast aan de behoeften van de klant, een hoge klanttevredenheid en optimale dienstverlening zijn hier erg van belang.

Voor meer uitgebreide informatie over de drie rollen kunt u de overzichtstabel raadplegen.

In lijn met de onderwijsvisie van KU Leuven, willen we de disciplinaire future selves van de student aanspreken vanaf dag één van de bacheloropleiding. Meer specifiek willen we deze rollen gradueel en op een steeds verder verdiepend niveau binnenbrengen in het curriculum. In samenwerking met betrokken docenten op alle campussen wordt nagedacht over de opbouw van het curriculum en over hoe zij de rollen in hun onderlinge wisselwerking kunnen tonen binnen hun vakdomein. Ook wordt stilgestaan bij de wijze waarop we de studenten best met de verschillende rollen in contact brengen. In het kader van deze reflectie wordt er ook nagegaan of er behoefte en ruimte is om in specifieke klassieke opleidingsonderdelen en enkele vrij te kiezen specialisatievakken dieper in te gaan op één van de rollen. Het is evident dat de docenten hierbij ondersteund zullen worden.